We zijn terug in Bangkok. De fietstocht zit er op. De fietsen kunnen worden ingepakt in de dozen die voor ons in het hotel werden bewaard. Het is wonderlijk goed gegaan met de fietsen; niet één lekke band of andere malheurs. Ze zijn alleen een beetje vies. Maar dat deert niet. 
Het inpakken kost wel wat tijd, maar er blijft nog genoeg ruimte om rond te kijken in de stad. Je kunt hier met een gids een fietstocht door de stad maken. Daar zien we maar van af. We laten ons door de tuktuk van het hotel naar de pier aan de rivier brengen. Daar vandaan nemen we, voor omgerekend een dubbeltje, de pont naar Wat Arun. We hebben heel wat Wats bekeken, maar deze is toch weer heel anders van sfeer. Grote chedi’s vol geplakt met stukjes keramiek. Scherven en schoteltjes. Het geheel is prachtig.



Morgen nog één dag Thailand en de dag erna in alle vroegte met de fietsdozen in de taxi naar de luchthaven.

Het is nog nacht ( 5:15 uur) wanneer de taxi ons op haalt bij het hotel en met de fietsdozen op het dak naar de luchthaven rijdt.






Wij hebben er voor gekozen om het grootste deel van onze reis in Noord Thailand door te brengen. Om op tijd weer in Bangkok terug te zijn kiezen wij ervoor om een stuk met de trein te reizen. We nemen de trein van Lampang naar Nakhon Sawan. We zijn al vroeg op het station. Tickets voor de fietsen kopen we bij het ‘Parcel Office’. Alles, inclusief de paspoortgegevens, wordt genoteerd. De fietsen gaan in het bagagerijtuig, langs een steil trapje en een smal deurtje. Wij zitten in een tweede klaswagon. Gereserveerde stoelen, waarvan de rugleuning verstelbaar is. Er is genoeg beenruimte, maar geen airco. De ramen staan open en het tocht lekker door. Een enkele houten jaloezie is gesloten tegen de zon. Om negen uur vertrekken we. De conducteur loopt met een lijst door de trein. Hij weet precies wie er is ingestapt en waar iedereen zit. Toch worden de tickets nog gestempeld. Eerst rijden we door de bergen, met een ouderwets treingeluid. Dan de vlakte in door de rijstvelden. Er zijn veel zilverreigers en grauwe ooievaars. Bij verschillende kleine stations wordt gestopt. Daar stappen mensen in om eten te verkopen, die zij lopend door het gangpad, roepend aan de man brengen. Gebraden kippenpoten, porties Pad Thai … Ze komen steeds weer langs dus mocht je toch trek krijgen… Wij houden het maar bij water, koffie en biscuitjes. Niet te veel. Want het gebruik van een niet zo welriekend hurktoilet in een rijdende trein wil je vermijden.


























Onderweg kopen we een tros banaantjes. En toen de man met de hongerklap in zicht kwam, was er boven op de berg een tentje met sticky rice en deep fried chicken….

We hadden een kamer met uitzicht op de Mekong. Het was een prachtige vroege ochtend met nevels rond de bergen van Laos. Later legden de typische Mekong-schepen aan.
Toen ik deze stokrozen fotografeerde, ontdekten we er achter een mooie groente- en bloementuin. En we kunnen er eten. Verse groenten uit eigen tuin. Wat een aantrekkelijk aanbod! Dat kunnen we niet laten schieten. 
















We zijn in Chiang Dao. Daar waren we eerder. Dertien jaar geleden met M. en P. We logeerden toen bij Malee’s. We hebben er toen de grot bezocht en het tempelcomplex. Vlak bij de jungle.
